Harm Kamerlingh Onnes ( Zoeterwoude-Dorp 1893 – Leiden 1985) was een kunstenaar die vrijwel de gehele 20ste eeuw zijn eigen weg volgde. In de periode 1914-1935 is hij een zoekend modernist die contacten onderhoudt met avant-garde bewegingen. In de periode vanaf 1935 tot aan zijn dood komt hij tot een eigen realistische, verhalende stijl. In december 1922 vertrok Harm, toen 29 jaar oud, samen met zijn oom Dolf vanuit Genua met het schip ‘De Vondel’ voor een 7 maanden lange reis naar Nederlands-Indië, China en Japan. Oom Dolf was een gearriveerd zakenman en eigenaar-directeur van het bekende administratiekantoor Kamerlingh Onnes in Medan, dat de zaken van verschillende bedrijven en plantage-ondernemingen behandelde. Tijdens de reis schreef Harm brieven aan zijn familie in Oegstgeest , die hij zelf illustreerde. Hij was een vlot schrijver en in 1922 al een aantal jaren professioneel kunstschilder en ontwerper. Hij had een eigen, vrij directe stijl van schilderen. In zijn brieven voert hij de lezer mee aan boord van ‘De Vondel’, door de straten van Port Saïd, Colombo en Medan, en ze geven een indruk van China en Japan.
Harm schrijft hoe hij schildert op wanden van rubberkisten die van triplexhout zijn gemaakt dat niet barst. Hij tekent en fotografeert onderweg, en verzamelt zo materiaal voor zijn latere tekeningen en schilderijen. Uit zijn met schetsjes verluchte brieven blijkt voor het eerst dat zijn observatie van mensen met al hun eigenaardigheden hem buitengewoon boeide. Tot begin april 1923 blijven ze in de omgeving van Medan. Hij schrijft op Sumatra in maart 1923 over een tochtje waar hij ossenkarren op de weg ziet staan; ‘de witte ossen kijken onverschillig met hun donker oog’. Hij moet wennen aan de kleuren in Nederlands-Indië, die droger zijn dan hij gewend is. Het kleurengamma dat we zien in het schilderij van de ossenkar nu in veiling, is ook terug te zien in andere werken die hij in die periode maakte.
Olieverf op board, 62×75 cm
Gesigneerd in initialen ‘HKO’
Hamerprijs € 700