De tot onderwijzer opgeleide Piet Ouborg (1893-1956) werd in 1914 opgeroepen voor de dienstplicht. Om daaraan te ontkomen liet hij zich als ambtenaar uitzenden naar Nederlands Indië. In 1916 kwam hij daar, 23 jaar oud aan. Hij werd er leraar op een lagere school te Serang, West-Java. Hij wisselde regelmatig van standplaats en trouwde in 1917 met een collega onderwijzeres. Zijn aanvankelijk door zijn streng calvinistische achtergrond onderdrukte artistieke kwaliteiten begonnen zich voorzichtig te ontplooien. Maar verstoken van contacten met Europa en zijn verblijf ver weg van Batavia waren zijn eerste kunstwerken in Indië vooral vingeroefeningen. Na een periode van 6 jaar haalde hij tijdens een lang verlof in Nederland zijn Middelbare akte tekenen. Terug in Indië werd hij in 1926 benoemd tot leraar tekenen aan een HBS te Batavia. Deze aanstelling gaf Ouborg de ruimte om meer van zichzelf kwijt te kunnen in zijn werk, zowel als leraar en als kunstenaar. Zo gaf hij zijn leerlingen opdrachten abstract te werken, ongekend in die dagen. Hij was actief in de Bataviasche kunstwereld en exposeerde er in de kunstkring, waar zijn werk in 1931 nog verwijderd werd vanwege de te erotische aard.
Het weerhield hem niet door te gaan op zijn artistiek pad. Hij verdiepte zich zeer in de inheemse cultuur en voelde zich op een mystieke manier verbonden met de Indië. Ouborg verzamelde in deze periode inheemse maskers. Met de schilders Jan Frank, Adolf Breetveld en de cultuur-criticus van TIelrooy wisselden deze vriendengroep van gedachten, onder ander over de inlandse cultuur. Van Tilrooy schreef in een artikel over Indische schilderkunst in ‘Elseviers Geïllustreerd Maandblad’ ‘de enige interessante schilder daar is Ouborg’.
Het ter veiling aangeboden werk draagt met zijn opbouw in lichte en donkere vlakken, met zijn diagonalen en haast geometrisch opbouw de kenmerken van het expressionisme van de Bergense School, zoals hij dat gezien heeft tijdens een grote overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum van Amsterdam in juli 1924. Het werk toont de artistieke groei gedurende zijn tweede periode in Indië.
In 1938 keerde Ouborg definitief terug naar Nederland.
Piet Ouborg (1893-1956)
Indonesisch landschap
Olieverf op doek, 43×51 cm
Hamerprijs €850
Lot 49 IAS 5 2021